Boerenzwaluwen die naar Afrika trekken om te overwinteren zijn afkomstig uit een groot broedgebied.
Boerenzwaluwen broeden vanaf Ierland in het westen van Europa tot ver in Siberië. Ze hebben veelal een eigen trekroute en overwinteringsgebied. Vogels uit Oost-Siberië , China en Japan overwinteren in oostelijk tropisch Azië tot in Australië.
In het onderstaande kaartje zijn de drie hoofdstromen zichtbaar gemaakt van de in Afrika overwinterende populaties.
De hoofdtrekrichting van de Europese boerenzwaluwen is pal zuid. Vogels uit West-Europa – waartoe ook onze vogels behoren – trekken via Spanje naar Afrika. Ze steken daar de Middellandse Zee over en een groot deel volgt de Atlantische kust. Een kleiner deel steekt schuin de Sahara over en vliegt via Mali naar landen als Ghana en Nigeria. Typisch is dat de Ierse en Britse broedvogels verder doorvliegen en voornamelijk overwinteren in Zuid-Afrika.
De Skandinavische vogels trekken met de midden-Europese broedvogels (uit b.v. Duitsland, Polen, Zwitserland, Oostenrijk, Hongarije, Italië) en een deel van de oost-Europese vogels via Italië naar het zuiden en steken daar de Middellandse Zee en de Sahara over. Zij moeten de moeilijkste en langste oversteek maken om in tropisch Afrika te komen. Ze overwinteren ook in het midden van Afrika tot in Zuid-Afrika.
De Russische en west-Aziatische broedvogels trekken via het nabije oosten (Turkije, Israël) en het Nijldal dieper Afrika in via Kenia, en Tanzania en overwinteren in het oostelijk deel van zuidelijk Afrika. Ook de meest oostelijke (Siberische) broedvogels doen dit maar hun trekroute gaat meer via Iran en Arabië naar het zuiden.
In het zuidelijk deel van Afrika komen zo de oostelijke en westelijke boerenzwaluwen bij elkaar om daar te overwinteren. Volgens de gegevens van de Zuid-Afrikaanse ringcentrale (Safring) bestaan de in Zuid-Afrika overwinterende boerenzwaluwen voor meer dan de helft uit vogels die afkomstig zijn uit de Russische en Aziatische broedgebieden.