Euring Swallow Project
Onderzoek
© B. van den Brink
In 1998 besloot Euring  - de gezamenlijke Europese ringcentrales – het Boerenzwaluw
Project Nederland te adopteren en dit programma in al haar landen te introduceren.
Veel landen namen deel en op dit moment zijn er ringers in ruim 20 landen bij betrok-
ken. Zelfs ringers uit China en Japan zijn volgens het projectplan begonnen met het
volgen van boerenzwaluwen. De Nederlands ringers hebben naar aanleiding hiervan
besloten het boerenzwaluwproject met nog weer een periode van 5 jaar te verlengen,
zodat vanaf 1992 t/m 2004 gegevens zijn verzameld.

Het Nederlandse project had als doel vooral het wel en wee van de broedvogels te volgen. In een zestal regio’s werden gedurende het broedseizoen, dat globaal duurt van mei tot september, elke 10 – 14 dagen nesten van boerenzwaluwen gevolgd en de resultaten van eileg, uitkomst en uitvliegen vastgelegd. Bovendien werden op de broedplaatsen zoveel mogelijk oudervogels gevangen om inzicht te krijgen in plaatstrouw, leeftijd en verspreiding van de jongen (dispersie). Dit bleef in het ESP-project ongewijzigd gehandhaafd.
Nieuw in het ESP was het vangen en ringen van boerenzwaluwen op slaapplaatsen. Elke tien dagen moest er van tenminste dertig vogels gegevens verzameld worden over biometrie, rui en gewicht. Slaapplaatsen van boerenzwaluwen worden vanaf juli tot eind september gebruikt door zowel oude als jonge zwaluwen. Aan het eind van het broedseizoen kunnen de aantallen oplopen tot tienduizenden vogels per slaapplaats. In september zien we veelal de gewichten toenemen voor vertrek naar zuidelijke gebieden.
De deelnemende ringers sturen hun gegevens jaarlijks op naar de Nederlandse ringcentrale, die ze centraal weer doorstuurt naar de ESP databank. De gegevens van de slaapplaatsen worden bewaard en verwerkt door de Zwitserse ringcentrale Sempach, de broedvogelgegevens gaan naar de Italiaanse Ringcentrale in Bologna. Lees meer info over het ESP op de website van Euring.org.

In 2004 besloten de Nederlandse ringers te stoppen met deelname aan het boerenzwaluw project. Vanaf 1992 hadden ze al onafgebroken meegewerkt en verschillende ringers waren door omstandigheden al gedwongen hun inspanningen te verminderen. Er werd besloten te stoppen met de tiendaagse controles van de nesten vanwege de te grote inspanning.
Een aantal wilde echter hun gegevensreeksen voortzetten en bleef nestjongen ringen. Een paar ringers wilden vooral hun energie steken in de gegevens van de oudervogels en gaven zich op  voor deelname aan het RAS-project.

HOOFDMENU
Algemene soortbeschrijving
B oerenzwaluw.nl